We hebben ons land netjes opgedeeld in ‘natuur'(13% van ons landoppervlak), ‘agrarisch’ (66%) en de rest: ‘stedelijk gebied, wegen e.d’. Door deze scheiding is natuur buiten de natuurgebieden steeds meer teruggedrongen of verwijderd.
In het agrarisch gebied verdween veel natuur door ruilverkavelingen. Verlaging van de grondwaterstand vormde de nekslag voor veel planten -en diersoorten die een vochtig milieu nodig hebben. Houtwallen, poelen, solitaire bomen en bermen zijn opgeruimd en (vaak illegaal) toegevoegd aan bestaande percelen. Samen met o.a. intensiever grondgebruik, overbemesting en gifstoffen heeft dit geleid tot een dramatische achteruitgang van plant- en diersoorten. Maar ook tot een zorgwekkende daling van de vruchtbaarheid van de bodem, vooral op de zandgronden zoals in onze omgeving. Kalktekort door verzuring als gevolg van stikstof en achteruitgang van het gehalte organische stof zijn slechts twee van de problemen die ook de boeren rechtstreeks in hun bedrijfsvoering raken.
In het stedelijk gebied is het al niet veel beter. Tuinen raken steeds meer versteend (bijna 50% van het tuinoppervlak in Gemert-Bakel!) of qua inrichting ongeschikt voor de meeste inheemse plant- en diersoorten. Het lokale CDA pleitte voor afschaffing van de groennorm bij nieuwbouw en projectontwikkelaars azen op de laatste nog groene gebieden binnen de bebouwde kommen.
Een ander gevolg van het uitbannen van natuur in onze directe omgeving is de fors toegenomen druk op de natuurgebieden. Daar willen wij: wandelen, joggen, hardlopen, honden uitlaten, fietsen, mountainbiken, picknicken, paardrijden, GPS-routes uitzetten, motorcrossen, stilte beleven, speurtochten houden, droppings organiseren, picknicken, fotograferen, vogels en andere dieren spotten, paddenstoelen en eetbare planten plukken, hutten bouwen, onze geliefden of geliefde huisdieren begraven, kamperen, in vakantiewoningen verblijven, enz. Allemaal activiteiten waar op zichzelf niets mis mee is. Maar sommige zijn tegenstrijdig met elkaar of tasten (o.a. door ruimtebeslag) de natuur aan.
Natuurgebieden worden (ook in Gemert-Bakel) steeds meer gezien als een soort pretpark en de commercie heeft ontdekt dat daar geld mee te verdienen is. Het besef dat wij voor ons voortbestaan afhankelijk zijn van onze natuurlijke omgeving lijkt bij veel mensen op de achtergrond geraakt of zelfs afwezig. En daarmee ook het besef dat wij niet alleen zorg moeten hebben voor wat er nog is aan natuur, maar daar ook meer ruimte aan moeten bieden. Met name geldt dat voor het agrarische en stedelijke gebied. Zeer actueel en urgent is dit onder andere vanwege de klimaatverandering. Bij het opvangen van de gevolgen daarvan heeft onze natuurlijke omgeving een onmisbare rol, onder meer door opslag van het broeikasgas CO2. Zo min mogelijk bomenkap en verplicht herplanten kan daarbij al een verschil maken.
Sociaal Gemert-Bakel vindt dat natuur in onze gemeente in veel opzichten een ondergeschoven kindje is. De coalitiepartijen CDA en Dorpspartij en het College van B&W weigerden onlangs om natuur als speerpunt op te nemen in de visie voor de komende Omgevingswet. In het verkiezingsprogramma van de VVD staat één zin over natuur… Voor Sociaal Gemert-Bakel is de zorg voor onze natuurlijke omgeving een onmisbaar fundament onder de “zorgzame samenleving” die wij nastreven.