Betoog bestemmingsplan Paterslaan de Rips

Agendapunt 14 BP Paterslaan de Rips

Voorzitter, dank u wel.

In de eerste termijn hebben wij, als Sociaal Gemert-Bakel, onze zorgen uitgesproken over de waterhuishouding. Nu graag aandacht voor de gezondheidsaspecten van de nieuwe bewoners BP Paterslaan.

In de commissievergadering heeft de wethouder heel duidelijk aangegeven, dat zij stukken ter beschikking heeft, waarin duidelijk vermeld staat dat er geen causaal verband is tussen geitenhouderijen en verhoogd risico op het krijgen van longontstekingen voor inwoners die binnen een straal van 1,5 tot 2 km wonen nabij geitenhouderijen. Maar voorzitter, in het VGO 2 onderzoek is er een statisch significante relatie gevonden tussen het wonen nabij een geitenhouderij (variërend van 1,5 tot 2 km) en een verhoogd risico op het krijgen van een longontsteking. Nu wordt er in het VGO3 onderzoek, onderzoek gedaan naar wélke verwekker en welke andere oorzaken (fijnstof?).

Wethouder, u zou mij de stukken toesturen, waaruit u uw bevindingen haalde, waaruit u concludeerde dat er geen oorzakelijke relatie is tussen geitenhouderijen en verhoogd risico op longontstekingen omwonenden geitenhouderijen.

Vraag: wanner kan ik dat document alsnog ontvangen?

 

Sociaal Gemert-Bakel heeft ook diverse vragen gesteld over gezondheidsaspecten nieuwe bewoners BP Paterslaan, zoals geurbelasting, fijnstofbelasting en geluidsbelasting.

  1.  

Als antwoord op onze vragen of er een geuronderzoek gedaan wordt, antwoordt het college:

“ Het geuronderzoek dat is gedaan, wordt ge-updatet. Dit wordt zo laat mogelijk gedaan om inzichtelijk te krijgen, wat de meest actuele situatie is.”

Dit was voor Sociaal Gemert-Bakel interessant, want we weten uit onderzoek (GGD Brabant/Zeeland, Universiteit Utrecht (IRAS), ZonMw en gezondheid en de Academische Werkplaats Milieu en gezondheid, blijkt, dat omwonenden van intensieve veehouderijen meer stank ervaren dan op basis van  Wet geurhinder en veehouderij en Handreiking Wgv wordt aangenomen

Er is ons nu een onderzoek beschikbaar gesteld, wat uitgegeven is op 21 mei 2021. En wat schets onze verbazing: dit is geen onderzoek naar ervaren geurhinder, maar een berekende geurhinder: geurbelasting versus geurhinder. Er zijn volgens Sociaal Gemert-Bakel geen omwonenden bestemmingsplan Paterslaan  benaderd ,wat betreft de geurhinder.

 

Vraag aan de wethouder:

  • Wat is de datum van verkrijgen van de zogenaamde actuele cijfers van geurgehinderden in het rapport van 21 mei 2021 (cijfers pag. 11 Onderzoek geurhinder veehouderijen Paterslaan de Rips)?
  • Wanneer zijn er mensen, voor het laatst, in de omgeving van Paterslaan de Rips ondervraagt naar geurhinder?
  • Hoe valide zijn de waarden in het onderzoek van 21 mei 2021?

      

  1.  

Wij als Sociaal Gemert-Bakel hebben gevraagd ook naar onderzoek fijnstof: PM2,5 en PM10.

PM2,5 is vooral fijnstof afkomstig van verkeer en PM 10 gerelateerd vooral aan fijnstof vanuit vee-industrie.

Wat krijgen wij als antwoord van het college:

“Er is geen onderzoek gedaan naar luchtkwaliteit. Ten aanzien van PM2,5 kan het volgende gezegd worden: De concentratie van PM 2,5 hangt sterk samen met de concentratie van PM 10. Uit onderzoek van het RIVM volgt dat wanneer aan de grenswaarden voor PM 10 wordt voldaan, vrijwel altijd wordt voldaan aan de grenswaarden van PM 2,5. Ter plaatsen van de omliggende woningen bedraagt de concentratie PM 10 maximaal 19,4Mug/m3. Uit de tabel blijkt ook dat ter plaatse van de woningen ook aan de grenswaarde voor PM 2,5 wordt voldaan.”

Vraag aan de wethouder:

Waar komen deze cijfers vandaan? Wanneer is dat onderzoek gedaan?

 

  1.  

Vraag van Sociaal Gemert-Bakel aan het college was: Waarom is er geen rekening gehouden met het feit dat dat geluidsoverlast kan toenemen met uitbereiding vliegbasis de Peel?

Het antwoord was: Omdat het bestemmingsplan van de Paterslaan rekening houdt met het huidige bestemmingsplan van het vliegveld en daarmee wordt verwacht dat er het geluidsoverlast niet toeneemt ten opzichte van het huidige bestemmingsplan omtrent geluid.

Vraag aan de wethouder:

Hoe reëel is dit antwoord?

Tot zover, voorzitter.